Het voorbije weekend bracht ik alleen thuis door, want Laurens (mijn vriend) ging op weekend met zijn vriend(inn)en. Ik mocht mee, ‘t is niet dat het een vrijgezellenweekend was waar partners niet toegelaten waren, maar ik koos er bewust voor dat niet te doen. Weekends, vrienden, grote groepen… Het zijn dingen waar ik in de voorbije jaren wel wat mee gestruggeld hebt, maar waar ik intussen rust in gevonden heb.
Tinnie vs. Laurens / 1-op-1 vs. vriendengroepen
Ikzelf ben iemand die al heel haar leven enkele goede vriendinnen heeft, maar nooit tot een echte grote vriend(inn)engroep heeft behoord.
Voor mijn laatste verjaardag bijvoorbeeld vroeg ik 2 vriendinnen die ik al lang ken, plus allerlei mensen die ik in de laatste jaren leerde kennen en waarmee ik een klik mee voelde. Meestal zijn dat mensen die ook hoogsensitief zijn en/of een burn-out hebben gehad. Het was een heerlijk verbindende (30e ;)) verjaardag. Sommigen kwamen alleen, maar voelden zich niet alleen doordat ze meteen connectie vonden met de anderen.
Ik heb dus veel ‘losse’ contacten, vriend(inn)en en gelijkgestemden waar ik doorheen het jaar mee afspreek of bel, maar al die mensen samen zijn dus geen “groep”.
Bij Laurens is dat anders. Hij heeft nogal een grote vriendengroep.
Je kent dat wel: van de scouts, de voetbal, de studies en zelfs van in de kindertijd.
Zo zijn er 2 vriendengroepen ontstaan, waarbij zelfs meerdere mensen in beide groepen zitten.
En die 2 groepen gaan jaarlijks op weekend.
Meestal staan er in juni 2 weekends gepland… in Laurens zijn agenda.
Want ik ga niet (meer) mee.
Grote groepen putten me uit
Dat ik niet meer meega, ligt absoluut niet aan zijn vrienden en vriendinnen, want één voor één heb ik hen graag.
Zo’n weekends liggen me gewoon niet.
In begin van onze relatie ben ik wél met beide groepen mee geweest op weekend.
Nu, erg was dat niet he. Ik heb me geamuseerd en het was leuk iedereen beter te leren kennen, maar ik merkte wel dat het veel energie vroeg en dat ik me ‘anders’ voelde.
Ik hou van diepgaande 1-op-1-babbels, horen hoe het echt met iemand gaat, me amuseren in een klein groepje, me ofwel eens goed uitleven (bv. dansend op muziek) of genieten van rust, voldoende me-time en dus…kunnen doen waar ik behoefte aan heb.
Ik vind het zalig om te zien hoe Laurens en zijn vrienden zich amuseren en helemaal opladen van met elkaar op te trekken, pintjes te drinken, ‘onnozel’ te doen, te quizzen, e.d. maar mij laden zo’n weekends me niet op. Ik kan me zeker amuseren in zo’n groep, maar het is en blijft enorm overprikkelend en dus toch uitputtend.
Laurens kwam bv. een beetje moe thuis, maar voelt zich vandaag weer helemaal goed.
Ik heb intussen gemerkt dat grote groepen meestal méér energie vragen dan dat ik er energie van krijg, waardoor ik nadien dan ook best herstel-tijd inplan. Dat is ook niet abnormaal als hoogsensitief persoon (HSP).
“HSP putten zich uit in een poging het leven net zo te leven als iedereen, maar brengen zichzelf daarmee in feite in een langdurige overspannen situatie. Veel hoogsensitieven raken daardoor ongemerkt uitgeput, steeds verder overprikkeld en ontwikkelen soms onbewust lichamelijke, psychische of psychosomatische klachten.”
“Velen weten niet wat ze eigenlijk allemaal waarnemen, maar worden er – zonder dat ze het weten – wel moe, verdrietig, chaotisch of overactief van.”
Uit “Hoogsensitiviteit professioneel gezien” van Annek Tol
En in alle eerlijkheid: dat heb ik er niet (meer) voor over.
Soms kies ik wel bewust voor iets waarvan ik weet dat ik de avond zelf of de dag nadien zal ‘moeten’ recupereren, maar zo’n volledig weekend (laat staan 2 weekends) vraagt veel recuperatie en dan kies ik liever voor alleen-tijd en dingen die me wél opladen.
Hiervoor durven kiezen, is voor mij een vorm van zelfzorg.
Hoe durf ik daar dan voor kiezen?
Ja, dat is een heel proces geweest.
Ontdekken dat zo’n weekends me uitputten was natuurlijk al confronterend, dus vorig jaar besloot ik op slechts één weekend mee te gaan. Fijn was dat niet tegenover de andere groep, maar ik wist dat 2 weekends echt teveel ging zijn op zo’n korte tijd. Dat was dus de eerste “nee”.
Echter… hoe dichter dat ene weekend kwam, hoe meer ik voelde dat’k nood had aan ont-prikkelen, rust en alleen-tijd en dus absoluut niet aan een 4-daags weekend met 19 volwassenen en 5 kindjes (lees: véél prikkels).
Enerzijds wou ik niet afzeggen, wou ik niet “de zwakke” of “gevoelige” zijn, wou ik er gewoon kunnen ‘bijhoren’.
Waarom kan ik nu gewoon niet ‘normaal’ zijn en daar zin in hebben en van opladen?!
Anderzijds voelde ik dat ik (zeker in die periode) echt “moest” (en dus wou!) kiezen voor mezelf en mijn eigen gezondheid.
Ik heb toen tranen gehuild omdat het opnieuw zo confronterend was, maar ik had opnieuw te aanvaarden dat ik ben wie ik ben.
Zo kwam de tweede “nee”. Ook aan die groep liet ik weten toch niet mee te gaan.
“Zeg eens NEE tegen een ander en JA tegen jezelf.”
En dan is het belangrijk je niet aan te trekken wat de anderen van je denken of vinden.
Want… meestal vinden ze dat wel oké. De meesten vinden het zelfs oprecht jammer dat je er niet zult bij zijn en ze proberen het wel te begrijpen.
Meestal ben jij het zelf die er vanalles van maakt in je hoofd. Jij bent bang dat ze bv. over je gaan roddelen, dat ze ‘slecht’ gaan spreken, dat ze je niet meer leuk gaan vinden e.d. Terwijl dat vaak niet het geval is.
En als dat wél het geval is. Als mensen je effectief anders bekijken of je minder graag hebben omdat je ‘nee’ hebt gezegd, dan is de kans groot dat ze jou (en hoogsensitiviteit) écht niet begrijpen en dan zijn het misschien niet meteen de “juiste” mensen om veel tijd mee door te brengen.
Van Fomo naar Jomo
Vorig jaar wrong het dus nog dat ik als enige mijn vriend alleen liet gaan en was er nog een tikkeltje FOMO: Fear of missing out. Omdat ik er graag wou bijhoren, omdat ik niet ‘anders’, ‘raar’ of ‘saai’ wou bevonden worden.
Dit jaar ging ik volop voor JOMO: Joy of missing out. Genieten van het feit dat ik NEE durf zeggen tegen een grote groep en JA zeg tegen alleen-tijd.
Beiden groepen weten intussen dat de weekends niet zo evident voor me zijn.
Ik heb het gevoel dat ze dat intussen ‘gewoon’ zijn en oké vinden.
Er liggen al data vast voor weekends in 2021 en opnieuw besluit ik dat ze met mij geen rekening hoeven te houden. Dat geeft me rust in mijn hoofd en ik ben dankbaar dat ik daar nu vlot, zonder getwijfel en gestruggle, voor kan kiezen.
Ik denk dan “Stel dat ik volgend jaar, net vóór het weekend, plots heel veel zin heb om toch mee te gaan, dan is de kans groot dat dat wel zal lukken. Dat is leuker dan nu twijfelend toe te zeggen en dan uiteindelijk ‘weer’ op het laatste moment af te zeggen.”
Wat vindt mijn vriend daarvan?
Hij geeft zelf aan het een klein beetje jammer te vinden, omdat hij me graag ziet en me er dus ook graag bij heeft. Maar hij begrijpt het volledig en vindt het net knap dat ik dit durf aangeven.
Laurens heeft dan ook mijn volledig proces door mijn burn-out van dichtbij meegemaakt. Wij waren zelfs nog maar net samen wanneer ik ‘uitviel’. Aangezien ik mezelf in die periode beter heb leren kennen en ik al mijn gedachten, struggles en inzichten met hem deelde, kent hij me nu als geen ander. 🙂
Dat ik niet (meer) meega, vindt hij trouwens niet zó erg. Hij geniet er van dat hij eens volop druk, luid en onnozel kan doen met zijn vrienden, zonder met mij rekening te houden.
Ik gun hem zijn weekend(s) en andere sociale activiteiten met zijn vrienden en vriendinnen en hij gunt mij mijn ‘alleen-tijd’ als ik daar méér behoefte aan heb.
Ik ben dan ook heel dankbaar dat we werkelijk alles met elkaar kunnen bespreken, dat we elkaar graag zien om wie we zijn en dat we elkaar vertrouwen zodat we elkaar veel vrijheid kunnen gunnen.